Skip to content

Matra Sports Djet V

De Matra Djet is een Franse sportwagen, op basis van Renault-techniek ontwikkeld door René Bonnet als René Bonnet Djet, en later overgenomen en doorontwikkeld door Matra. De auto had gedurende zijn productie van 1962 tot 1967 verschillende namen: Matra Bonnet Djet, Matra Sports Djet en ten slotte Matra Sports Jet.

René Bonnet begon oorspronkelijk als sportwagenfabrikant in Deutsch et Bonnet, maar na onenigheid met compagnon Charles Deutsch richtte hij Automobiles René Bonnet op. Hij besloot zelf een sportwagen te ontwikkelen, de Djet. Deze naam werd gekozen, omdat hij dacht dat Fransen het Engelse woord Jet (straaljager) niet goed zouden uitspreken. De auto werd gebouwd op een chassis van buizen, met een vezelversterkte kunststof (glasvezel en polyester) carrosserie, die Bonnet van Matra betrok, evenals de fabriekshal in Romorantin.

De in het midden geplaatste motor en de voorwielophanging komen van de Renault 8, de versnellingsbak van de Renault Estafette bestelwagen (met gewijzigde overbrengingsverhoudingen). Het ontwerp was erg modern voor zijn tijd, met schijfremmen en onafhankelijke wielophanging rondom. De René Bonnet Djet is 3,80 m lang, 1,40 m breed en 1,15 m hoog, biedt plaats aan twee personen (er is geen achterbank, omdat de motor zich daar bevindt) en weegt slechts 600 kg.

Er werden drie types René Bonnet Djet gebouwd:

  1. René Bonnet Djet I,  1108 cc Renault 8 Major motor (65 pk), 165 km/h)
  2. René Bonnet Djet II, 1108 cc Renault 8 Gordini motor (80 pk, 190 km/h)
  3. René Bonnet Djet III / Djet IV,  998 cc motor met dubbele bovenliggende nokkenas (100 pk). Deze auto’s zijn voor het racecircuit ontworpen.

Slechts 197 René Bonnet Djets zijn gebouwd, van 1962 tot 1964. Als redenen voor het uitblijven van commercieel succes worden genoemd het onpraktische ontwerp voor dagelijks gebruik en de onbetrouwbaarheid van de Renault-mechaniek ten opzichte van de, eveneens van Renault-techniek voorziene, concurrent Alpine.

Omdat Bonnet in financiële problemen kwam en Matra’s CEO het idee een sportwagenfabrikant te worden wel aanstond, heeft Matra op 14 oktober 1964 (in officiële stukken geantedateerd op 1 oktober 1964) de productie van de Djet overgenomen van Bonnet, die het bedrijf vervolgens verliet. De leiding kwam in handen van de toen nog jonge manager Jean-Luc Lagardère, die later topman van het Matra-concern werd.

De productie van de oorspronkelijke Djet stopte in december 1964, waarna de van Simca aangetrokken ontwerper Philippe Guèdon, het ontwerp op vele punten verbeterde. De auto werd door deze verbeteringen een stuk groter: 4,22 m lang, 1,50 m breed, 1,20 m hoog en het gewicht steeg naar 660 kg. In april 1965 werd de productie voortgezet met twee nieuwe versies, de Matra Bonnet Djet V (met een Renault 8 Major-motor) en Djet V S (met een Renault 8 Gordini-motor). In oktober 1965, na de Salon de l’Auto autoshow in Parijs, werden de Romeinse cijfers en de naam Bonnet verlaten, de auto heette vanaf dat moment Matra Sports Djet 5.

In 1966 kwam een model met een grotere Gordini-motor op de markt en werd de Djet naam vervangen door het oorspronkelijk bedoelde Jet. De modellenreeks bestond nu uit de Matra Sports Jet 5 (1108 cc-Renault 8 Major-motor), Jet 5 S (1108 cc-Renault 8 Gordini-motor) en Jet 6 (1255 cc-Renault Gordini-motor).

Er werden in totaal dus drie types van de Matra Djet/Jet geproduceerd van 1965 tot en met 1967.

  1. Matra Bonnet Djet V / Matra Sports Djet 5 / Jet 5, 1108 cc-Renault 8 Major-motor, 70 SAE pk, 170 km/h
  2. Matra Bonnet Djet V S / Matra Sports Djet 5 S / Jet 5 S, 1108 cc-Renault 8 Gordini-motor, 90 SAE pk, 190 km/h
  3. Matra Sports Jet 6, 1255 cc-Renault 8 Gordini-motor, 105 SAE pk, 210 km/h

Los van deze modelaanduidingen waren er “De Luxe”-versies verkrijgbaar, met een houten instrumentenpaneel, houten stuurwiel, andere plaatsing van instrumenten en handrem en een grotere bumper. Tevens waren er versies op de markt met een afneembaar dakpaneel.

Bekende Djet-rijders zijn Joeri Gagarin die er eentje cadeau kreeg in 1965, koning Hoessein van Jordanië die in 1966 een rode Djet 5 S kocht en de Gendarmerie Nationale die langs de Autoroute du soleil in een Djet patrouilleerde.

Men voorzag in 1965 een productie van 3.000 Jets tegen 1967, maar dat aantal werd bij lange na niet gehaald.[5] In 1967 eindigde de productie met een totaal van 1495 geproduceerde Matra (D)Jets. Het model werd opgevolgd door de Matra 530, hoewel de laatste Jets (allemaal Jet 6) pas in 1968 werden verkocht.

Technische gegevens:

Cilinderinhoud                                                                         : 1.108 cc
Cilinders/Kleppen                                                                    : 4/8
Max. vermogen                                                                        : 90 pk bij 6.500 tpm
Max. koppel                                                                             : 98 Nm bij 4.000 – 6.000 tpm
Topsnelheid                                                                             : 190 km/h
Transmissie                                                                             : handgeschakelde vierbak
Gewicht          (RDW)                                                              : 705 kg
Lengte/breedte/hoogte                                                           : 4,22/1,50/1,20 meter
Productieaantal Matra tussen 1965-1967                              : 1.495 stuks

Meer informatie?

Heb je vragen over deze auto? We beantwoorden ze graag.

Meer informatie aanvragen

Deel deze oldtimer

Ben je enthousiast over deze auto? Deel hem gerust op je Facebook en/of LinkedIn pagina.

Visscher Classique Museum

Grootste collectie oldtimers van de betuwe

Op het industrieterrein van Buren op loopafstand van de oude binnenstad verrijst een nieuw automuseum met wel 150, vooral Franse, old- en youngtimers.

Het gaat een lust voor het oog worden met vele types van bekende merken van weleer. Waaronder Simca, Peugeot, Citroën en meer. Want er komt ook een prachtige collectie met uitzonderlijke voitures van Renault en Alpine. En ook Opel is aanwezig. Maar ook minder bekende merken zoals Panhard en Talbot.

Al dit moois kunt u  dit najaar, vanaf 3 oktober, bewonderen. Het museum is nu al op afspraak geopend.

Ontdek het museum