Opel Olympia Rekord P1

“In mijn Rekord zie ik de weg in panorama-scope”.
Met deze tekst adverteerde Opel importeur General Motors Nederland in 1958 met de nieuwe Opel Olympia Rekord. Een tijd waarin de rock and roll op zijn hoogtepunt is. Waarin Elvis Presley in militaire dienst moet en zangeres Willeke Alberti haar eerste liedje op de plaat zet. Met de rock and roll rage kwam er tevens een golf van Amerikaanse nieuwigheden naar Europa overwaaien. Terug te vinden in o.a. de kunst ,de mode, tv’s en muziek, in het interieur, zoals meubels en last but not least in de Europese automobielindustrie! Kortom: de consumptie maatschappij begint eind jaren 50 aan zijn opmars.

Ook fabrikant Opel Duitsland, met General Motors Amerika als moederbedrijf, gaat uiteraard mee met de Amerikaanse trends, qua design en innovaties. Graag neem ik, als Opel conservator, u mee naar een auto met wel heel veel sterke Amerikaanse invloeden. In deel negen van “Opel Nieuwsberichten” nemen we de Opel Olympia Rekord P1 onder de loep.

Een automobiel die, door de achterliggende wandfoto, in ons museum onder “koninklijk toezicht“ staat. Eigenaar van deze, in twee kleuren gespoten, Rekord is Johan den Hartog ( zie vorige afleveringen), die ook deze Olympia Rekord in bruikleen stelde voor het museum. Grappig is dat deze “kleine Amerikaan“ niet in orginele staat verkeert. Maar daarom niet minder interessant. De vorige eigenaar heeft n.l. geprobeerd deze Rekord een Ascona uitstraling te geven! Hè…… Ascona?? Jazeker! Of dit gelukt is? Daarover straks meer.

In September 1957 staat de nieuwe Rekord in de showroom. Amerikaanse mode invloeden komen duidelijk samen bij deze “kleine Amerikaan”. Met zijn panoramische ruiten (vandaar de benaming P1 (panorama model 1) en het vele chroomwerk. Eigenlijk ontbreekt alleen nog een dame in petticoat en een jukebox.  Door deze panoramaruit werd het gezichtsveld met maar liefst 43% vergroot ten opzichte van zijn voorganger. Bijna de helft meer dus!  Een belangrijk veiligheidsaspect en verkoopargument. De nadruk werd gelegd op een geheel nieuw design met ronde koplampen, die uitsteken in de voorschermen. De grote verchroomde grill, de aflopende motorkap, de staartvinnen in de achterschermen, de puntige achterlichten en een veel groter koetswerk dan zijn voorgangers. Het lukte Opel hiermee om hun Rekord tot een echte middenklasser te verheffen.

Ten opzichte van Rekord model 56 (die ook in de museum Opel collectie staat opgesteld) was hij echter een behoorlijk stuk groter, 20 cm langer, 4 cm lager en 6 cm breder geworden. Er kwamen tweekleurenschema’s beschikbaar, banden met witte zijvlakken, een ruimer interieur en een enorme kofferbak. Hierdoor zeer geliefd bij vertegenwoordigers, maar dit terzijde.

De P1’s werden in een twee- en vierdeursversie en een driedeurs stationcar (CarAvan) op de markt gebracht. Naast de 1500 cc motor kwam ook een tot 1700 cc opgeboorde versie ter beschikking. Deze leverde 55 pk bij 4000 toeren per minuut en bereikte een topsnelheid van 135 km/u. Deze laatste motorvariant was eigenlijk het meest terug te vinden in de 4 deurs uitvoeringen.

Vanaf 1958 kwam er ook een halfautomatische versnellingsbak beschikbaar, de “Olymat”. Rekords die hiermee waren uitgerust, hadden geen koppelingspedaal nodig; men kon schakelen en wegrijden dankzij de centrifugaalkoppeling en tijdens het rijden schakelen, zodra het gaspedaal werd losgelaten, doordat middels het vacuüm in het inlaatspruitstuk werd ontkoppeld. In Europa was men nog niet toe aan een automaat. De export P1’s, vooral naar Amerika, werden nauwelijks voorzien van stuurschakeling. Ze hadden bijna allemaal de “Olymat”.

Lang geleden sprak ik een Australiër, die stom verbaasd was dat in zo’n overvol landje als Nederland al die automobilisten nog in zo’n “pot” zaten te roeren, terwijl een automaat juist bij dit Hollandse intensieve verkeer een uitkomst was. Het zou nog zeker 50 jaar duren voor dat Nederlandse automobilisten dit eindelijk ook in de gaten kregen!

Maar terug naar onze P1. Door al deze nieuwigheden was de panorama Olympia Rekord wel aanzienlijk duurder geworden dan zijn voorganger. Met als risico dat dit klanten kon gaan kosten. Daarom bracht Opel ook een “uitgeklede” versie, met verkleinde motor op de markt, de Opel 1200, die tot 1962 in produktie zou blijven. Dit was een geduchte concurrent voor de VW kever!

De Rekord P1 werd echter een doorslaand success. In drie jaar tijd werden er ruim 850.000 geproduceerd! Als je dit getal afzet tegen de lage produktieaantallen van de bijvoorbeeld de Opel GT en GT 2, in onze vorige afleveringen, dan behoort dit model tot de absolute topverkopen uit de Opel geschiedenis. Toch zat er wel een nadeel aan de panorama modegrill. Hoeveel knieën er bezeerd zijn geraakt aan de puntige, ver naar binnen stekende A-stijl is niet bekend. Laten we zeggen “wie mooi wil zijn moet pijn lijden”. Reden om al snel in 1960 een opvolger te introduceren zonder deze krappe instap.

Die panorama trend was trouwens bij de Olympia Rekord destijds een behoorlijke gok, want “grote broer” de Opel Kapitän uit 1958 was ook voorzien van panorama ruiten, zowel voor als achter. De autoschrijvende pers kraakte de P1 Kapitän tot op de grond toe af! Resultaat dat al na 1 jaar deze Opel uit het topsegment uit produktie genomen moest worden! Kopers liepen er met een grote boog omheen! Het kan verkeren! Gek genoeg omarmde de pers de Olympia Rekord wel.

De Olympia Rekords type P1 werden in Duitsland en in België gebouwd. Herkenbaar aan de zwarte velgenrand was een “Duitser”. De “Belgen” hadden in de kleur van de carrosserie gespoten velgen. Daarnaast werden er ook nog P1’s geassembleerd in Zwitserland. Daar werden ze verkocht onder naam Rekord Ascona. De auto’s die Opel naar Zwitserland exporteerde waren altijd een tikje luxer dan degene die in de rest van Europa verkocht werden.

Dat brengt mij terug bij ons museum exemplaar. Bij dit exemplaar heeft men een poging gewaagd om de auto een Ascona look mee te geven, door hem te spuiten in de aparte Zwitserse lak-kleurstelling. Jammer is wel dat men helaas net niet goed gekeken heeft naar de juiste Ascona lakbelijning.  De naam Ascona zou trouwens weer opnieuw gebruikt gaan worden bij de Opels in de jaren 70.  De geschiedenis herhaalt zich dus ook in dit geval. Type benamingen uit het verleden worden bij Opel vele jaren later opnieuw uit de ijskast gehaald. Maar daarover in een andere aflevering. In augustus 1960 introduceert Opel de opvolger, de Rekord P2 en verdwijnt ook de benaming Olympia. In December 1962 rolt het laatste 1200 model van de band.