Peugeot 305 GTX

De Peugeot 305 is een middelgrote sedan geproduceerd van 1977 tot 1989. Het carrosserie-ontwerp kwam van de Italiaanse stylist Pininfarina. Het ontwerp is gebaseerd op Peugeot’s ‘VSS’ prototype veiligheidsvoertuig, dat Peugeot heeft gemaakt om de veiligheid van auto’s te verbeteren. Dit betekende dat de auto kreukelzones voor en achter had, bescherming tegen zijdelingse botsingen, een beschermde brandstoftank en vastgeschroefde voorschermen Er waren drie carrosserievarianten beschikbaar, bestaande uit een conventionele vierdeurs sedan, een vijfdeurs stationwagon en een driedeurs bestelwagen.

Tijdens het midden van de jaren 1970 speculeerde de autopers dat er binnenkort een nieuwe Peugeot zou komen, om het modellengamma van het bedrijf bij te werken, in een poging om de Peugeot internationaal aantrekkelijker te maken. Omdat Peugeot pas onlangs hun langlopende 404-model had stopgezet , dachten veel mensen dat het doel van de nieuwe auto zou zijn om het gat te vullen, eerder bezet door de 404, tussen de 304 en 504-modellen, om te concurreren met auto’s als de Ford Taunus, Opel Ascona en Renault 12. Het zou daarom logisch zijn geweest als de nieuwe auto de 405 zou heten, waarmee een nieuwe “05” -generatie Peugeot-modellen zou beginnen. De auto zou worden ontwikkeld uit en gebruik maken van techniek van de kleinere 304, maar qua grootte en prijs zou hij de toch al ter ziele gegane 404 opvolgen. In plaats van de 405 te worden genoemd, heette de nieuwe auto 305. Toen hij in november 1977 zijn persdebuut maakte, was de autopers aanvankelijk in de war over waarom de auto 305 werd genoemd in plaats van 405, maar hij verkocht toch goed.

Het model was qua grootte vergelijkbaar met zijn Franse concurrent de Renault 18, die rond dezelfde tijd werd gelanceerd. Ergens tussen het C- en D-segment concurreerde hij met auto’s in de Golf-klasse maar ook met wat grotere auto’s als de Ford Taunus, Opel Ascona en Simca 1307.

De Peugeot 305 was aanvankelijk verkrijgbaar als vierdeurs sedan met keuze uit twee benzinemotoren: een 1290 cc, 65 pk (48 kW; 64 pk) eenheid voor de GL- en GR-modellen of een 1472 cc, 74 pk (54 kW; 73 pk) voor het SR-model met topspecificatie. Vier maanden later kondigde Peugeot de 305 GRD aan, discreet van buitenaf te herkennen aan de letters “GRD” aan de linkerkant van de kofferbak/ kofferklep, en aangedreven door een 1548 cc dieselmotor met een aluminium motorblok met een bovenliggende nokkenas samen met een  Bosch-injectorpomp, en met een vermogen van 50 pk (37 kW; 49 pk).

Op de Salon van Parijs in 1980 werd de sportievere 305 S met dubbele carburateurs en 89 pk (65 kW; 88 pk) geïntroduceerd. Na de facelift van 1982 werd het topmodel de GTX, met 105 pk (77 kW). De 305 was de eerste van de “05” generatie Peugeots, een generatie die overleefde tot het einde van 605 productie in 1999.

Door de constructie met de bak onder de motor kon Peugeot de 1.3. en 1.5 motoren alleen maar leveren van een vierversnellingsbak. Door uitgekiende overbrengingsverhoudingen en soepele motoren was dit in de praktijk echter een veel kleiner nadeel dan het op papier leek.

Na de facelift kwam er een 1,6 liter benzine en nog later kwamen daar een Peugeot 1.9 benzine- en XUD-dieselmotor bij. Deze waren dezelfde als gebruikt in de Talbot Horizon. De dieselmotor gemonteerd in de fase 2 305 werd destijds beschouwd als de beste diesel ter wereld.

De gefacelifte ‘series 2’-modellen arriveerden eind 1982 op de Parijse Salon, om de 305 concurrerend te houden met nieuwere ontwerpen zoals de Ford Sierra en de nieuwe versie van de Opel Ascona. Ze hadden een herziene frontale styling, nieuwe verbeterde voorwielophanging en besturing, een nieuw dashboard en een aangepaste lay-out onder de motorkap en subframe om de nieuwe generatie XU-serie motoren met 5-versnellingsbak te kunnen monteren.

De facelift vertoonde duidelijk de invloed van een reeks aerodynamische onderzoeken genaamd VERA (Véhicule Économe de Recherche Appliquée, “toegepast onderzoek in zuinige voertuigen”) dat werd gestart in 1981. Het eerste model was een versie met benzinemotor (VERA 01) met een motor van 63 pk (46 kW), met een topsnelheid van 155 km / h. De auto’s werden aanzienlijk lichter; de VERA 02 ging van 925 naar 750 kg en werd aerodynamischer. Een grote achtervleugel, afdekplaten die delen van de achterwielen bedekten en diep geschulpte delen achter de voorwielen waren allemaal merkbaar. De Cw werd verlaagd van 0,44 naar 0,319, waardoor het brandstofverbruik tussen de 33 en 38 procent werd verlaagd. Op de Salon van Genève in 1982 werd  de VERA 02, met een 1362 cc turbodiesel, getoond.

De productie van sedans stopte in 1988, na de lancering van de iets grotere en krachtigere Peugeot 405. De productie van 305 bestelwagens stopte in 1989 en er kwam geen vervanging tot de lancering van de 306 break in 1997.

De 305 stationwagon markeerde het debuut van de later standaard PSA Peugeot Citroën achterwielophanging. Deze is volledig onafhankelijk met behulp van langsarmen. Hij is zeer compact en is ontworpen om het binnendringen van de ophanging in de brede vlakke laadruimte te minimaliseren, terwijl hij een uitstekend comfort en goede wegligging biedt. In latere versies werden torsiestaven gebruikent in plaats van de horizontale schroefveren van de 305, en het was een belangrijk ingrediënt van het succes van de Peugeot 205.

Technische gegevens:

Motor                                     :           4 cilinder in lijn, vloeistofgekoeld
Cilinderinhoud                       :           1.905 cc
Cilinders/Kleppen                  :           4/8
Max. vermogen                      :           105 pk bij 5.600 tpm
Topsnelheid                            :           182 km/h
Transmissie                            :           handgeschakelde vijfversnellingsbak
Gewicht:                                 :           968 kg
Lengte/breedte/hoogte          :           4,26/1,63/1,41 meter
Productieaantal                     :           1.337.689 stuks
Kleur                                      :           Bleu Topaze