Peugeot 505 TI
De Peugeot 505 is geproduceerd van 1979 tot 1992 in Sochaux, Frankrijk. Hij werd ook vervaardigd in verschillende andere landen, waaronder Argentinië (door Sevel van 1981 tot 1995), China, Thailand (door Yontrakit Industrial Co., Ltd.), Indonesië en Nigeria. De 505 was Peugeots laatste achterwielaangedreven auto. Er werden tussen 1978 en 1999 1.351.254 505’s geproduceerd, waarvan 1.116.868 sedans.
Officieel onthuld op 16 mei 1979, was de 505 de vervanger van de 504 waarmee hij veel van zijn fundamenten deelde. Het was oorspronkelijk beschikbaar als sedan, een break (stationwagon) inclusief een familiale versie met acht passagiers, geïntroduceerd op de Autosalon van Genève in 1982. het ontwerp kwam voort uit een samenwerking tussen Pininfarina en Peugeots interne stylingafdeling en lijkt sterk op die van de kleinere 305. Het originele interieur werd ontworpen door Paul Bracq, over het algemeen meer bekend om zijn werk voor Mercedes-Benz (Pagode en /8) en BMW (3-serie E 21 en 7-serie E 23).
De 505 werd door de journalisten geprezen om zijn rijgedrag en wegligging, vooral op ruwe en onverharde wegen, misschien een reden voor zijn populariteit in minder ontwikkelde landen.
De 505 Break, met een langere wielbasis dan de sedan, werd gelanceerd in 1982 en was verkrijgbaar met zeven zitplaatsen, net als de Peugeot 504 Break. Ook nieuw in 1982 was de compleet uitgeruste 505 STI, uitgerust met de geheel nieuwe 2165 cc viercilinder Douvrin-motor die samen met Renault werd ontwikkeld.
Het gamma kreeg in 1986 een facelift, inclusief een geheel nieuw interieur, maar de Europese Peugeot 505-productie begon te dalen na de lancering van de kleinere Peugeot 405 in 1987.
De productie van de sedan kwam tot stilstand in 1989, toen Peugeot zijn nieuwe vlaggenschip 605 lanceerde, terwijl de stationwagon tot 1992 in productie bleef – hoewel plannen voor een stationwagenversie van de 605 nooit werkelijkheid werden. De 605 was een decennium in productie, maar evenaarde nooit de populariteit van de 505. In sommige landen, zoals Frankrijk en Duitsland, werd de 505 Break gebruikt als ambulance, begrafenisauto, politieauto, militair voertuig en als wegonderhoudsvoertuig.
De 505 was een van de laatste Peugeot-modellen die in de Verenigde Staten werd verkocht, met sedanverkopen die daar in 1990 eindigden en wagonverkopen in 1991. De laatste sedans die werden verkocht, hadden alleen prv’s 2.8 V6-motor. Uniek voor de VS waren stationwagons met turbocompressor, zowel met benzine- als dieselmotoren.
De 505 had achterwielaandrijving en de motor voorin, in de lengterichting gemonteerd. Het ophangingssysteem omvatte MacPherson-veerpoten en schroefveren aan de voorkant en semi-sleeparmen met schroefveren aan de achterkant, met een op de carrosserie gemonteerd achterdifferentieel. Stationwagons (en de meeste sedans gebouwd in Argentinië) hadden in plaats daarvan een starre-as, met Panhard-stang en schroefveren. Stabilisatorstangen waren universeel aan de voorkant, maar modelafhankelijk aan de achterkant. De auto had schijfremmen aan de voorkant en schijf- of trommelremmen aan de achterkant, afhankelijk van het model. De besturing was een tandheugelsysteem, dat op de meeste modellen bekrachtigd werd.
Er werd een reeks diesel- en benzinemotoren aangeboden. 505’s waren voornamelijk uitgerust met viercilinder lijnmotoren van 1,8, 2,0 en 2,2 liter inhoud voor de benzine-versies, waarbij de 2,2, ook als turbo injection geleverd werd.
De diesels waren leverbaar als 2,3, en 2,5 , waarbij de 2,3 ook als turbodiesel geleverd werd, Tevens werd er nadat de 604 uit productie gegaan was een klein aantal benzine-V6’s gebouwd, waarbij de cilinderinhoud van die motor inmiddels was vergroot tot 2.849 cc.
Technische gegevens:
Motor : 4 cilinder in lijn, vloeistofgekoeld
Cilinderinhoud : 2.155 cc
Cilinders/Kleppen : 4/8
Max. vermogen : 180 pk bij 5.200 tpm
Topsnelheid : 210 km/h
Transmissie : handgeschakelde vijfversnellingsbak
Gewicht: : 1.294 kg
Lengte/breedte/hoogte : 4,579/1,737/1,44 meter
Productieaantal : 1.351.254 stuks
Visscher Classique Museum
Grootste collectie oldtimers van de betuwe
Op het industrieterrein van Buren op loopafstand van de oude binnenstad verrijst een nieuw automuseum met wel 150, vooral Franse, old- en youngtimers.
Het gaat een lust voor het oog worden met vele types van bekende merken van weleer. Waaronder Simca, Peugeot, Citroën en meer. Want er komt ook een prachtige collectie met uitzonderlijke voitures van Renault en Alpine. En ook Opel is aanwezig. Maar ook minder bekende merken zoals Panhard en Talbot.
Al dit moois kunt u dit najaar, vanaf 3 oktober, bewonderen. Het museum is nu al op afspraak geopend.